De elleboog van een hond

Met ongebreideld enthousiasme komt de Grote Sennenhond de wachtkamer binnenlopen. In jeugdige overmoed springt hij tegen de baas, een assistente en mijn persoontje op. Als hij ook nog een andere cliënt wil begroeten door zijn grote poten over de schouders van deze persoon te gooien wordt hij met een ferme ruk tot rust gemaand. Niet dat de hond zich van de correctie veel aantrekt overigens. Mevrouw kijkt me een beetje schuldbewust aan en vertelt dat het met het rustig houden van LOBBES niet zo heel erg goed gelukt is. Als ik de puber, die onderzoekend door de spreekkamer struint, aankijk begrijp ik haar opmerking maar al te goed.

Het probleem waar mevrouw mij twee weken terug voor consulteerde was een plotseling opkomende kreupelheid aan het linker voorbeen. Aangezien ik bij onderzoek niet al te veel kon ontdekken, anders dan dat er bij het manipuleren van de elleboog een geringe pijnreactie bij de hond was op te wekken, was mijn eerste besluit om vijf dagen absolute rust en daarna vijf dagen beperkte beweging voor te schrijven. Ter ondersteuning van het bewegingsadvies had LOBBES een kuurtje met ontstekingsremmers gehad. Met die rust was het niet zo goed gelukt zo blijkt. De kreupelheid was wel minder maar zeker nog niet over. Aangezien er bij de grotere honderassen een aantal afwijkingen in de elleboog kunnen voorkomen die ernstig zijn besluit ik, samen met de eigenaar, een serie röntgenfoto's te maken.

Ik breng een braunule, een plastic injectienaald met opzetstuk, in een groot bloedvat aan het rechter voorbeen en spuit hierin het narcosemiddel. Binnen een minuut ligt de grote LOBBES diep te snurken. Ik maak vier röntgen-opnames van de elleboog. Vier stuks omdat door de ingewikkeldheid van het gewricht er nogal veel overlap van botdelen is. Elke opname heeft een zodanige positionering dat een beoordeling van een deel van het gewricht mogelijk is. En voor de zekerheid maak ik ook nog een opname van de schouder want ook daar komen nogal eens ontwikkelingsdefecten in voor.

Als ik uit de donkere kamer kom met de natte foto ziet de eigenaar al aan mijn bezorgde gezicht dat er iets ernstigs aan de hand is. Ik laat een van de opnames van de elleboog zien, die waarop het afgebroken Processus Anconeus, een pinktop groot uitsteeksel van de ellepijp, goed te zien is. Helaas voor haar en voor de hond is hier maar één oplossing voor: opereren.

Een week later zet ik mijn scalpel in de huid van de slapende hond. De beademing sist rustig zijn, op druk gestuurde slagen zuurstof met narcosemiddel in de longen van de patiënt en de controleapparatuur laat mooie vlakke waarden van de lichaamstemperatuur, de hartslagfrequentie, het CO2 gehalte in de uitademingslucht en het zuurstofgehalte in het bloed zien. De elleboog wordt aan de buitenzijde opengemaakt waarbij er extra aandacht geschonken moet worden aan een grote zenuw die in de buurt van de snijlocatie loopt. Het verwijderen van het losse stuk bot heeft nog wel wat voeten in de aarde maar na een poosje wroeten komt het stuk bot los en kan ik het uit het gewricht halen. Nadat de wond gesloten is mag de patiënt weer wakker worden.

Twee weken later komt LOBBES voor controle. Met ongebreideld enthousiasme komt hij de wachtkamer binnenlopen. In jeugdige overmoed springt hij tegen de baas, een assistente en mijn persoontje op.

Zo te zien heeft hij niet ernstig geleden onder de ingreep.