De schrik van je leven

Het was een operatie volgens het boekje. De binnenmeniscus was afgebroken en lag ergens halverwege de knie een beetje vervelend te doen. De beagle liep daarom ook erg beroerd, zoiets alsof je een steentje in je schoen hebt. Het doet niet loeipijn maar je kunt ook niet op je been staan. De spiermassa van de bil was al flink aan het slinken. Het wakkerworden na de operatie gaat netjes volgens protocol. De gasnarcose is ondertussen al een poosje niet meer aktief en de bewakingsapparatuur laat mooie regelmatige lichaamswaarden zien. Mooie rustige hartslag, koolzuurwaarden in de uitademingslucht prachtig rond de vier en zuurstofgehalte van het bloed op bijna 100%.

Het beademingsapparaat maakt zijn rustgevend sissende slagen. De patiënt geeft nog niet veel teken van leven en het zelf ademen is nog niet op gang gekomen. Aangezien de prikkel om te gaan ademen het koolzuurgehalte van het bloed is, verminder ik het aantal keren beademen per minuut en laat de diepte van de inademing wat afnemen. Langzaam zie ik de koolzuurwaarde op het apparaat van vier naar even boven de zeven oplopen. Rustig wachtend op de eerste eigen ademhaling sta ik een beetje voor het apparaat te meimeren als ik plots, zomaar uit het niets, de lijn van de ECG op vlak zie gaan. Eerst is er het ongeloof, daarna een trage begripsvorming over wat ik zie en vervolgens een stoot adrenaline door mijn lichaam die de randjes van mijn oren doet gloeien. Stethoscoop op de borstkast van de hond: geen hartslag, kort bevel naar de assistente om een ampul efedrine te halen.

Ik maak de patiënt los van de operatietafel en start de hartmassage. Tussen het masseren door luister ik of er al hartaktiviteit is en gelukkig hoor ik zo af en toe het hart van de hond zijn werk doen. Ik weet dat we nog niet in een fatale fase zijn. De vloeistof van een “wakkerwordenprik” en de inhoud van een ampul efedrine verdwijnen in de patiënt terwijl ik met regelmatige slagen de borstkast van de hond indruk en weer loslaat. Het zal een klein minuutje na de prikken geweest zijn dat het hondehart, net zo plotseling als hij er mee stopte, weer begint met kloppen, mooi regelmatig en krachtig. De hond opent de ogen en kijkt me verdwaasd aan. En ik kijk verdwaasd terug. Het lijkt wel of we ons allebei afvragen wat er in hemelsnaam gebeurd is.